De wekelijkse stoïcijn: inspiratie voor wendbaar en veerkrachig leiderschap deel 6 / ‘held of tiran : hoe ga jij om met macht?’

De wekelijkse stoïcijn: inspiratie voor wendbaar en veerkrachig leiderschap deel 6 / ‘held of tiran : hoe ga jij om met macht?’

17/02/2022

Onze ziel is soms koning, en soms een tiran.  Een koning doordat ze zich bezighoudt met wat eerbaar is, de gezondheid van het lichaam beschermt, en de ziel geeft geen verachterlijke of smerige bevelen.  Maar een onbeheerste, door verlangens gevoede en verwende ziel verandert van een koning in die meest gevreesde en gehate persoon : een tiran.

-Seneca, Epistulae morales (Moral Letters), 114.24

 

Wat roept het woord macht bij je op?  Hoe ga jij als persoon en leider om met macht?  Hoe zet jij je macht in om te bekomen wat je wil, wat je belangrijk vindt?

Waardoor word je dan gedreven? De angst voor het risico niet te bekomen wat je wil of het verlangen om te krijgen wat je wil?

Om te voorkomen dat macht verkeerd ingezet of misbruikt wordt is het aangewezen bewust je tegenmacht te organiseren.  Als je dat nalaat zal de tegenmacht er toch komen maar misschien ondergronds gaan in de vorm van roddel, sabotage…

(Volgehouden) Macht vraagt immers altijd om legitimiteit en credibiliteit

Je kan je ook afvragen welke emoties, gevoelens, gedachten en reacties machteloosheid bij je oproet.

Een gevoelen van machteloosheid betekent dat we menen geen controle te hebben, geen of onvoldoende invloed te kunnen uitoefenen.  We beheersen de situatie niet.  Onze autonomie en vrijheid zijn in het gedrang.

Ons ego kan dan ook in de weg komen zitten.  Omdat we menen dat onze positie en status in het geding is. 

Macht op een gezonde en evenwichtige manier leren inzetten is een opdracht van elke leider.  Macht gaat over het vermogen om je doelen te bereiken en verandering mogelijk te maken. 

Zorgvuldig omgaan met ‘macht over anderen’ is hierbij essentieel.  ‘Machtsmisbruik gedijt vooral wanneer hoogmoed overneemt – de neiging om jezelf boven anderen verheven te achten en om te doen alsof anderen niet volwaardig meetellen, de neiging om hun autonomie te miskennen en niet echte naar hen te luisteren’, Martha Nussbaum, Bastions van hoogmoed.

Stel jezelf eens de eerlijke vraag : wie kan, mag en durft mij tegen te spreken en (stevig) van mening te verschillen met mij. Is het ‘safe to say’, ‘safe to speak up’

In welke mate nodig jij hier echt toe uit en schep je een voldoende veilige situatie waarin mensen durven zijn wie ze zijn en zeggen wat ze denken?