De wekelijkse stoïcijn: inspiratie voor wendbaar en veerkrachig leiderschap deel 22 /‘’iedereen is meester van zijn eigen domein”
27/07/2022
“Voor mijn weloverwogen keuze doet die van mijn buurman even weinig ter zake als zijn ademhaling of lichaam. Want ook al zijn wij geschapen om samen te werken, ieder van ons is heer en meester over zijn eigen weloverwogen keuze. Anders zou de slechtheid van een ander ook de mijne zijn. God heeft niet gewild dat mijn ongeluk in handen ligt van de ander. “
-Marcus Aurelius, Overpeinzingen, 8.56
Iedereen is vrij om te doen en laten wij hij/zij wil tot dat dat het lichaam en de ruimte van de ander hindert. Dit kan de basis zijn van een persoonlijke filosofie schrijft Ryan Holiday in zijn boek ‘De Dagelijkse Stoïcijn’, p. 225. Je moet dan wel 2 belangrijke aannames doen. Allereerst moet je je leven zo leiden dat het dat van anderen niet negatief beïnvloedt. Ten tweede moet je ruimdenkend zijn en aanvaarden dat anderen hetzelfde doen.
Wat betekent meester zijn van je eigen leven? De enige en echte vrijheid is dat ik kies en beslis wat is wil en doe, rekening houdend met en ondanks anderen en omstandigheden. Vrijheid kan nooit absoluut zijn. Mijn vrijheid mag niet uw onvrijheid worden. Autonomie kan niet zonder verbondenheid. Vrijheid is ook niet absoluut omdat maakbaarheid beperkingen en grenzen kent.
In ‘De verovering van de vrijheid’ maakt Alicja Gescinska een onderscheid tussen positieve en negatieve vrijheid. Positieve vrijheid is het vermogen om zelf vorm en zin te kunnen geven aan het leven. Het verschil met negatieve vrijheid situeert zich vooral in het omgaan met grenzen. Waar negatieve vrijheid zich door geen enkele grens laat tegenhouden gaat de positieve vrijheid uit van het vermogen om binnen een begrensde ruimte het eigen leven uit te bouwen.
De morele onverschilligheid van de negatieve vrijheid is voor Gescinska dan ook een van haar meest opvallende en kwalijke eigenschappen.
Vrijheid betekent dus ook oordelen over wat juist, goed en waarachtig is. In een boeiend boek, ‘Gij zult (niet)oordelen’ gaat Jürgen Mettepenningen en Luc Steyaert dieper op in op ‘oordelen’.
Zij houden in de epiloog een pleidooi voor ‘bedachtzame mildheid’ bij het oordelen. De twee elementen werken ze verder uit, het bedachtzame en de mildheid. Beiden lijken te vragen om een zekere tegendraadsheid in deze tijden van dikwijls te snel en hard oordelen. Onze sociale media staan er wat te vol van.
Bedachtzaamheid remt ons af in onze haast om te oordelen. Mildheid vijlt dan weer de al te scherpe kantjes van het oordeel.
Bedachtzame mildheid is een levenshouding waarbij je de tijd neemt om een mens, een uitspraak of een situatie te bekijken, de kans geeft aan verschillende perspectieven die de reflectie verrijken, wat alleen maar meer wijze weloverwogen oordelen kan bevorderen.
Bedachtzame mildheid ziet en selecteert, waardoor niet zelden de boodschap zich aandient om niet de te oordelen. Wat zou mijn oordeel kunnen bijdragen, wie wordt er beter van mijn oordeel?
In een omgeving waar de wederzijdse afhankelijkheid groot is en gezonde competitie en constructieve samenwerking gewenst zijn kan denken en handelen vanuit bedachtzame mildheid een mooie bijdrage leveren.
Wij leren van veel deelnemers aan onze leiderschapsprogramma’s en coachings dat volgende vragen je kunnen helpen om ‘bedachtzame mildheid’ aan de dag te leggen.
-wat als ik anders naar deze omstandigheden, situatie of gebeurtenis kan kijken?
-welk ander geloof, overtuiging of bril kan ik opzetten als ik hiernaar kijk?
-welke gedachten roept dat misschien op over de situatie, de ander, zijn of haar intenties?
-welke emoties en gevoelens roept dat op?
-hoe zou ik dan handelen?